Vipassana

Boeddha leefde 2600 jaar geleden in een tijdperk die aan de oppervlakte hoogstwaarschijnlijk heel anders was dan de huidige moderne tijd. Maar als je zijn lessen bestudeert en je naar de mens als individu en als samenleving kijkt, concludeer je dat we van binnen al duizenden jaren hetzelfde zijn. Boeddha was 35 toen hij verlicht werd en heeft daarna nog 45 jaar door India en omstreken gereisd om zijn visie en methodiek te onderwijzen.

Zijn lessen hebben betrekking op de werking van de psychofysiologische machine van de mens, samengevat in “The Five Aggregates” en “The Conditioned Genesis”. De ‘Five Aggregates’ beschrijft de constant veranderende cyclus van tastbare ervaringen, sensaties, percepties, verlangens, gedachten, emoties en bewustzijn. In de ‘Conditioned Genesis’ ligt de nadruk meer op de wijze waarop menselijke ervaringen en gewoonten ontstaan, evenals het ontstaan van de illusie van een zelf. Bovendien zet hij de gevolgen gedetailleerd uiteen van het vasthouden aan de gehechtheid aan onze lusten en verlangens. Zodra je zijn beschrijving van de werking van het menselijk wezen begrepen en gezien hebt, kun je deze toepassen om jezelf te onderzoeken en - waar nodig – aan te passen.

Om de essentie van de lessen van Boeddha te bevatten, is het van belang zijn visie op het universum te bestuderen. In “The Four Noble Truths” geeft hij een allereerst uitweiding over de wijze waarop hij het leven en de gewoonten van de mens ziet. De Five Aggregates horen in de eerste Noble Truth thuis. Vervolgens laat hij het ontstaan zien van leven zoals wij dat kennen, de wetten van Karma en de cyclus van geboorte en wedergeboorte. Deel drie van de Four Noble Truths behelst het beëindigen van de cyclus van geboorte en wedergeboorte door het zien van de Ultieme Waarheid, ook wel omschreven als Nirvana. Tevens omschrijft hij de levenswijze van een Arahant, iemand die de Ultieme Waarheid gezien heeft. Het vierde deel gaat over het pad dat leidt naar het beëindigen van de cyclus van leven zoals wij dat kennen. Dit is een uitgebreid hoofdstuk, genaamd “The Noble Eightfold Path”, waar verderop in meer detail in zal worden gegaan.

Boeddha heeft gedurende de eerste periode van zijn leven buiten het kasteel van zijn vader, zes jaar doorgebracht met bekende asceten in de vallei van de Ganges in India. Hij heeft deelgenomen aan hun rigoureuze ascetische praktijken en heeft daarbij vele staten van bewustzijn leren kennen. Uiteindelijk is hij tot de conclusie gekomen dat het bereiken van de ultieme staat van bewustzijn niet hetzelfde is als verlichting. Zolang je jezelf naar deze staat toe moet denken blijft het een mentale formatie, daarnaast is de staat niet permanent.

De zoektocht naar geluk door beoefening van zelfkastijding als asceet beschouwde hij bovendien als onnodig pijnvol, mensonwaardig en onvoordelig. Een periode van afzondering kan overigens wel goed zijn om jezelf te leren kennen. Het andere uiterste is de zoektocht naar geluk door middel van het voortdurend najagen van kortstondige bevrediging van onze zintuigen, bijvoorbeeld in de vorm van drank, drugs en sex. Zijn alternatief is de middenweg, uiteengezet in “The Noble Eightfold Path”. De drie pijlers van deze weg naar verlichting zijn Wijsheid, Mentale Discipline en Ethisch Gedrag. Hierbij is Wijsheid de belangrijkste schakel, omdat je er het verschil mee kunt maken tussen goed en fout. Het is de bedoeling alle drie de pijlers tegelijk te beoefenen.

Teksten gebruikt in de Four Noble Truths en de Noble Eightfold Path zijn gebaseerd op het werk van Dr. Walpola Sri Rahula, samengevat in het boek What The Buddha Taught (1959).